Greg Atkins; Een Grand Prix-circuit moet zwaar zijn 29-07
Hij heeft ongetwijfeld één van de
meest bijzondere beroepen ter wereld. Nieuw-Zeelander Greg Atkins (41) is als
circuitmanager verantwoordelijk voor alle parcoursen van het wereldkampioenschap
motorcross; begin dit jaar gaf hij het circuit van Valkenswaard
een 'nieuw gezicht'.
|
Greg Atkins - Foto Freekje
Groenemans |
Sinds hij augustus vorig jaar met de werkzaamheden begon, heeft Atkins al twaalf
keer het Eurocircuit bezocht om het nieuwe parcours te ontwerpen en aan te
leggen. "De gemiddelde snelheid was tijdens de wedstrijd te hoog en dat moest
veranderen", verklaart Atkins de noodzakelijke aanpassingen aan het
Valkenswaardse motorcrosscircuit. "Volgens de reglementen van de FIM (de
internationale motorsportbond), mag de gemiddelde snelheid tijdens een
motorcross-wedstrijd niet boven de 55 kilometer per uur uitkomen. Tijdens de
laatste Grand Prix in Valkenswaard (2004) lag die tussen de 54 en 55 kilometer
per uur. Dat was op het randje."
Inmiddels heeft Atkins met zijn gele bulldozer de baan flink veranderd. De
startlocatie is verplaatst, er zijn meer springbulten aangelegd, het aantal
bochten is verhoogd van 18 naar 22 stuks en het parcours is met 150 meter
ingekort. Bovendien is de rijrichting veranderd. Al deze maatregelen moeten de
gemiddelde snelheid een stuk omlaag brengen. "Als de rijders net zolang over één
ronde doen als in 2004, ben ik tevreden. Toen lag de gemiddelde rondetijd op 1
minuut 50.
Als dat lukt, wordt zondag tussen de
51 en 52 kilometer per uur gereden."
Op termijn is het de bedoeling dat de snelheid nog verder teruggebracht wordt.
Atkins' streefsnelheid ligt rond de 48 kilometer per uur. Dat die zondag al
bereikt wordt, lijkt hem onwaarschijnlijk. "Het duurt ongeveer drie jaar voordat
een baan perfect is. Er zitten altijd kleine fouten in. Eerst moeten de crossers
er op gereden hebben voordat ik kan zien waar de baan verder verbeterd kan
worden."
Daarvoor spreekt hij regelmatig de WK-rijders, die hij de afgelopen jaren goed
heeft leren kennen. "Ik krijg vaak klachten van hen. Maar ik zal nooit vanwege
de grieven van één rijder het parcours aanpassen. Pas als een aantal rijders met
dezelfde klacht bij me aanklopt, ga ik bekijken of ik wat moet veranderen", zegt
hij.
Wat voor Atkins ooit begon als een hobby, is inmiddels al een kleine twintig
jaar zijn beroep. Op zijn achttiende raakte de Nieuw-Zeelander, toen zelf nog
actief als crosser, geblesseerd tijdens een wedstrijd in Amerika. "De mensen
waar ik destijds verbleef, hadden grondverzetmachines. Daar begon ik wat mee te
spelen, ik kon toch niet meer crossen." Drie jaar later kreeg hij zijn eerste
klussen als parcoursbouwer. Atkins deed zoveel ervaring op dat Giuseppe Luongo,
directeur van WK-organisator Youthstream, hem in 2001 een baan aanbood als
circuitmanager.
Een vrijbrief heeft Luongo hem daarmee niet gegeven. Atkins moet zich houden aan
de regels die zijn opgenomen in een ruim tachtig pagina's tellend boekwerk.
"Maar ik heb regelmatig overleg met Youthstream en deel met hen mijn ervaringen.
Soms worden de regels aangepast. Bovendien kan ik binnen die regels nog vrij
veel zelf bepalen." Overigens is het niet altijd eenvoudig een circuit te
veranderen, weet Atkins. "Dat gaat in overleg met de plaatselijke organisatie en
die is meestal bijzonder trots op haar circuit. In het begin waren er best vaak
meningsverschillen. Ik was in de ogen van de organisatoren een buitenstaander.
Maar die kennen me nu. Daardoor laten ze me nu vaker mijn gang gaan."
Van de organisatie in Valkenswaard kreeg Atkins naar eigen zeggen volop
medewerking het circuit te veranderen. Door alle maatregelen krijgen de rijders
het een stuk lastiger. "Maar een Grand Prix-circuit moet zwaar zijn. Het gaat
wél om het wereldkampioenschap."
Bron: Eindhovens Dagblad - Erwin Blatter
TOP
|